Brigitte Kaandorp

1 oktober 2024

Lieve bezoeker van mijn website,

Het is inmiddels alweer oktober, maar mijn zwempak en handdoek liggen nog voor het grijpen. Alleen, we zijn zomaar ineens overvallen door de herfst: kou, storm en regen. De zomer is helaas nu écht wel definitief verslagen… Hopelijk komen er ergens nog een paar mooie herfstdagen aan.

Maar nu: tijd voor een update! Ik ben deze dagen veel te vinden in IJmuiden, waar druk gebouwd wordt aan het nieuwe, tijdelijke Haventheater. Want daar gaat komende maand onze nieuwe kerstvoorstelling van start: ‘De Grote Adventshow’!

Iedereen die mij, in mijn inmiddels ruim veertigjarige carrière, op het podium gevolgd heeft weet dat ik, naast mijn gebruikelijke one-woman shows, regelmatig uitstapjes maak naar andere vormen van comedy. Zo zijn er de ‘locatieshows’, een titel die op zich niet zoveel zegt, behalve dat ze op een bepaalde locatie plaatsvinden en niet op tournee door het land gaan. Tussen de reguliere solovoorstellingen door heb ik namelijk vaak behoefte aan een soort speelkwartier, even iets heel anders doen, samen met andere theatermakers een voorstelling in elkaar zetten waarin je alle gekkigheid, slapstick-ideeën en muzikale associaties ongegeneerd de vrije loop kunt laten. Ik heb daar altijd enorm veel lol in, zowel in het maken ervan als in het uitvoeren; samen aan de keukentafel zitten, idiote dingen verzinnen en uitproberen. Het is dan alsof ik weer terug in de tijd ben, toen ik als kind met m’n zus of met klasgenoten onzinnige toneelstukjes verzon.

Mijn eerste locatieshow was ‘Chez Marcanti Plaza’, dat was in 1995, in het inmiddels ter ziele gegane en afgebroken Marcanti Plaza, voorheen de kantine van de Amsterdamse Markthallen. De show speelde zich af in een roodpluche nachtclubsetting; de mensen zaten aan tafeltjes, er liepen obers rond met dienbladen en iedereen was aan het bier en de pinda’s. Terwijl collega-cabaretier Bert Klunder (inmiddels achttien (!) jaar al niet meer onder ons…) de brute nachtclubeigenaar speelde, nam ik alle optredende artiesten voor mijn rekening: de doodverlegen Dolly Pardon, de volkse Thekla Paard en de vrijpostige Elsbeth Vliering van de Vrije School met haar medley van Vaderlandsche liederen, evenals het vermaarde ‘Majorette Dans en Show Ballet’, met twee stagiaires van de kleinkunstacademie.

Later volgden nog drie locatieshows, ik noem ze nog toch even voor de compleetheid: ‘Brigitte de Musical’ in Het Zonnehuis in Amsterdam Noord; een parodie op het fenomeen musical over bekende artiesten. Hierin had Bert de rol van een op geld beluste musicalproducent, ikzelf speelde onder andere musicalster Joke de Druijf en er was een complete jaargang kleinkunststudenten als ensemble en in allerlei rollen.

Daarna kwam ‘Lustrum’, in De Lichtfabriek in Haarlem, over de honderdjarige lustrumviering van het imaginaire Mea Culpa College, geïnspireerd op de leraren die ik zelf had gehad op het Rooms-Katholieke Triniteits Lyceum in Haarlem, met Bert als uit de kast komende rector.

De voorstelling ‘Loes en Marlie’ in de Haarlemse Schouwburg, in de aanloop naar de kerst 2015, was tot nu toe de laatste locatieshow die ik heb gemaakt. Samen met de onnavolgbare Raymonde de Kuyper, plus vijf eindexamenkandidaten van (inderdaad alweer) de kleinkunstacademie en een stel kinderen uit Haarlem en omstreken, speelden we een eigentijdse versie van de kerstvertelling ‘Scrooge and Marley’, met twee eigengereide, zich rijk graaiende kakvrouwen, die net als in het verhaal van Charles Dickens op kerstavond tot inkeer komen.

In feite waren de verhaallijnen natuurlijk alleen maar vehikels om alles en iedereen op de hak te kunnen nemen en gekke personages te kunnen spelen. De locaties waren, afgezien van de laatste, geen echte theaters, wat bijdroeg aan de verbeelding waarin je samen met het publiek in terecht wil komen.

Aan alle vier de shows heb ik dierbare herinneringen, maar vooral het losse nachtclubgevoel van ‘Chez Marcanti Plaza’ is me altijd bijgebleven. Theater in een wat informelere sfeer, een beetje zoals die ouderwetse variététheaters van vroeger. Ik ben daarna altijd op zoek geweest naar weer zo’n feestelijke setting, waar veel mag en kan en waar je ook een tijdje met je bedachte voorstelling kan blijven staan. Die plekken bleken in de praktijk echter moeilijk te vinden.

Maar afgelopen jaar deed er zich opeens een mogelijkheid voor. Jacob Bron, directeur van Stadsschouwburg Velsen, vertelde dat ze de schouwburg grondig gingen verbouwen en dat ze er voor minstens twee jaar uit moesten. Er was for the time being een vervangende locatie gevonden in het havengebied van IJmuiden, in de vorm van een gigantische tennishal, die even werd gebruikt als Corona-priklokatie voor de regio, maar verder leeg stond. Deze hal wordt dus nu, as we speak, omgebouwd tot theater, een enorme operatie. Alleen, er kan geen toneeltoren op zo’n hal, en er zijn dus ook geen zogenaamde trekkenwanden. Grote producties en musicals kunnen daar dus niet staan, er is geen mogelijkheid om hun decors op te hijsen en te laten zakken.

Jacob had daarom een flink aantal speeldagen over in zijn programmering. Of ik niet nog wat leuks had. Daarop was mijn reactie: als jij daar voor mij weer zo’n gemoedelijke clubsfeer kunt organiseren, dan verzin ik voor jou een show.

Nu was dat achteraf heus wel iets makkelijker gezegd dan gedaan, want verzin maar zo snel iets waarvan publiek uit het hele land denkt: leuk, daar gaan we naar toe!

Het Haventheater is als het goed is vanaf eind oktober bespeelbaar en omdat het dan nog maar twee maanden is naar de kerst, ligt het voor de hand dat we er een kerstshow van maken. Patrick Stoof, die ik aanvankelijk alleen had gevraagd als regisseur, heb ik direct gebombardeerd tot tegenspeler, want hij is ook een hele grappige acteur.

IJmuiden – mooi van lelijkheid – heeft een plekje in mijn hart. De ruwe bolster blanke pit-types die er wonen, de ietwat botte humor, de geur van vis en stookolie, de schepen, de nonchalante vistentjes midden tussen de grote loodsen, de pieren en stranden, de ruigheid van de zee en de lichtjes van de staalfabriek, ik vind het allemaal even prachtig. Ik mag dan wel doorgaan voor een Haarlemse, maar mijn roots liggen in IJmuiden, want mijn moeder is tenslotte een echte Vissekop. En Patrick is een halve Vissekop want hij heeft daar al sinds jaar en dag een strandhuisje waar hij de zomers doorbrengt.

We hebben daarom een show verzonnen die in het IJmuidense speelt: ‘De Grote Adventshow’ van het stel Fred en Lia de Goey. Zij zijn al sinds mensenheugenis de gastheer- en vrouw van deze jaarlijks terugkerende traditie, bijgestaan door dochterlief en oma. Het concept is simpel: het publiek bepaalt welk cijfer van de advent kalender aan de beurt is, het betreffende vakje wordt geopend, en altijd komt er een verrassing uit. Tel daarbij op een vrolijk orkestje en een stel nieuwe kerstliedjes. Succes gegarandeerd!

Of toch niet? Kerst is tenslotte geen kerst als het allemaal vlekkeloos verloopt.

Niet onvermeld mag blijven dat de rol van de dochter gespeeld wordt door het jonge talent Jente van den Brenk, en de rol van de Amsterdamse oma door Jenny Arean. Die overigens ook nog eens in het echt de oma van Jente is! Ooit stond Jenny met haar Belgische grootmoeder op het toneel en nu dus met haar kleindochter…

Als dít geen beregezellige familievoorstelling wordt dan ben ik een boon…

Want wat is er fijner dan met z’n allen op zo’n donkere winteravond, met een glaasje in de hand en omringd door kerstlichtjes, naar een ouderwetse eind-goed-al-goed-show te kijken.

De kaartverkoop is inmiddels begonnen.

Ik hoop u te ontmoeten in Het Haventheater in IJmuiden.

Liefs,