Feyenoord gaat nooit verloren
Lieve bezoeker van mijn website,
Hier even een tussentijdse update van mij. Ik heb per ongeluk een Feyenoord overwinningslied geschreven. In het bericht hieronder staat een soort illegale bootlegversie van het lied, maar inmiddels heeft het nummer een vlucht genomen.
Het is een heel verhaal.
Voor wie het interesseert, het kwam zo: onlangs zat ik samen met mijn vriendin en collega Mylou Frencken (tevens de weduwe van mijn goede vriend en regisseur Bert Klunder) bij Umberto Tan, om te vertellen over haar boek ‘Leven in het lied’. Het is een prachtig en intrigerend werk over liedschrijvers en hoe ze hun liedjes schrijven. Beiden zongen we en passant een paar strofen uit onze eigen favoriete liedjes. Aan tafel zat ook John de Wolf, oud Feyenoorder. U weet wel, die Viking die vroeger van die lange blonde manen had. John had een vriend bij zich die mij na afloop aansprak. Hij zei: “Dat was mooi wat je daar zong Brigitte! Dat raakte mij. Zoiets zouden wij voor Feyenoord moeten hebben als we landskampioen worden. Weet je wat ik trouwens ook zo’n mooi nummer vind? Het gangpad van m’n vader. Prachtig!” Vervolgens gaf hij mij zijn kaartje, want als ik eventueel een lied zou maken dan wist hij wel kanalen om het onder de aandacht te brengen.
De man en het gesprek triggerden mij. Ik ben als Zangeres des Vaderlands nooit te beroerd om de gevoelens van de mensen in goede banen te leiden. Zeker niet als het gaat om een club als Feyenoord, dat een soort levenslied op voetbalschoenen is, met al dat vallen en opstaan en met dat legioen door dik en dun. Dus als ik een Feyenoord-heldenepos annex stadionlied op de melodie van ‘Het Dorp’ (‘Het tuinpad van m’n vader’) mocht schrijven dan had ik het al bijna af. Dat is een kolfje naar mijn hand. Ik heb nog even gedacht dat het te makkelijk was en dat ik een andere melodie moest verzinnen, maar het diende zich nu eenmaal zo aan en dan moet je het ook zo laten.
Thuisgekomen verdiepte ik mij in de Feyenoordgeschiedenis en de bijbehorende emoties, en met het idee dat Feyenoordfans het lied zouden moeten zingen, schreef ik de volgende dag een eerste couplet plus refrein.
Ik viste het gekregen visitekaartje uit m’n broekzak en belde de man in kwestie, Arjan, om te vragen of hij zoiets bedoelde. Ik zong het hem voor door de telefoon. Hij zei: “Ik sta hier naast het voetbalveld en m’n nekharen gaan overeind staan! Ik heb helemaal kippenvel. Ik vind het prachtig!”
Hierdoor aangemoedigd schreef ik couplet twee en nam alles provisorisch op, aan mijn piano, met m’n telefoontje, en stuurde Arjan deze versie. Zijn reactie: “Ik eet m’n schoen op als dit niet de ether in gaat. Schitterend!”
Heerlijk, zoveel onversneden enthousiasme. Ik zei: “Okee, dan stuur ik je de tekst, doe ermee wat je wil.” Ik was er namelijk van overtuigd dat een Rotterdammer/Feyenoordfan het lied zou moeten zingen. Arjan is er vervolgens mee aan de slag gegaan.
Onderhand was het zondagavond en moest Feyenoord de bewuste wedstrijd nog winnen. Ik zat aan de radio gekluisterd, al was het maar om te weten of ik het lied niet voor niets had geschreven. Na afloop maakte ik nog een couplet over het verloop van de wedstrijd en de uitzinnige vreugde die daarna in Rotterdam losbarstte. Het leek daar wel een ontplofte hogedrukpan.
Arjan, met wie ik inmiddels een hotline had, plus vriendschap voor het leven, had in de tussentijd een geldschieter en een Rotterdamse studio (Boemtak Audio van bassist Bart Wijtman) geregeld. Alle Rotterdammers die in aanmerking kwamen werden vervolgens door ons afgebeld. Dat ging van Lee Towers tot Martin van Waardenberg, van Loes Luca tot Wilfried de Jong, van Paul de Leeuw tot Richard Groenendijk en van Joke Bruijs tot Gerard Cox. Maar de een (Van Waardenberg) was aan het filmen, de ander (Groenendijk) was aan het werk voor tv (een documentaire over Sonneveld nota bene), de derde (Cox) bleek voor Excelsior (of Sparta, daar wil ik vanaf zijn) te zijn en de volgende (De Jong) had longontsteking van het in de Hofpleinvijver staan. Bruijs zat in het buitenland en Lee Towers stond die maandagochtend zelf op de Coolsingel met ‘You never walk alone’. Uiteindelijk zou Sjoerd Pleijsier het nummer in gaan zingen, in zijn rol van de Rotterdamse Simon Stokvis uit ‘Toen was geluk nog heel gewoon”.
Tot zo ver niets aan de hand.
Totdat op het moment suprême Pleijsier, die al voor de microfoon stond, bekende in zijn hart eigenlijk een Ajaxied te zijn. Hij werd ter plekke met pek en veren overgoten en is per direct de studio uitgeschopt.
Wat nu?
Kaandorp (ik) werd gebeld, of ik het niet zelf kon komen inzingen. Ik zei: “Maar ik ben een vrouw! En ik kom uit Haarlem! En ik heb hoegenaamd niets met voetbal! Bovendien gaat de helft van het land mij dan haten, namelijk de Ajax-fans. Daarbij heb ik vandaag een soort proefvoorstelling in Weesp waarop ik me moet concentreren.”
Hoe dan ook, ik ben tóch spoorslags naar Rotterdam gereden, omdat ik het te jammer van het nummer vond om het niet te laten horen. En omdat alles al in stelling was gebracht. En omdat ik er stiekem van overtuigd was dat ik het zelf het mooiste in kon zingen, maar dit laatste mag niemand weten. De begeleiding van het lied stond in F, de toonaard van Sjoerd (maar dan een octaaf lager). Dat was eigenlijk nèt iets te hoog voor mij, maar gelukkig wel haalbaar. Er bleek ook een cameraman geregeld te zijn, voor de onvermijdelijke beelden van de zingende artiest met koptelefoon. Daar stond ik dus in m’n alledaagse kloffie met m’n slaperige kop dat nummer in te zingen. Gelukkig had ik nog wat make up bij me om het geheel enigszins op te kalefateren. Het lied heeft slechts twee coupletten, want de mannen van de studio hadden bedacht dat het derde couplet de tijdloosheid van het lied zou ondermijnen. Dat zou heel goed kunnen. Bovendien hadden ze de begeleiding al opgenomen en daar zat geen derde couplet aan.
Omdat RTL Late Night het verhaal inmiddels had gehoord heb ik het nummer ’s avonds, mét derde couplet, nog live met de mannen van Boemtak bij Umberto gezongen (zwetend omdat ik na afloop van de try out als een haas vanuit Weesp naar het Rembrandplein in Amsterdam moest zien te komen).
En zo ging het allemaal de lucht in.
Inmiddels is het lied liefdevol omarmd door de Feyenoordfans en tientallen duizenden keren gedeeld. Dat vervult mij met trots. Mijn vrees dat de fans het niet zouden pikken van een vrouw (!) uit Haarlem (!) en dat ik aan mijn haren achter een reaguurderswagen door heel internet gesleurd zou worden was ongegrond.
Goeie lui die Feyenoorders. Lekker emotioneel ook.
Overigens, ter informatie, ik hou niets aan de actie over. Het is tegenwoordig sowieso al moeilijk om iets te verdienen aan wat je maakt (behalve dan door op te treden), want elk liedje dat je uitbrengt staat in no time op internet en niemand betaalt er meer iets voor. Daarbij liggen de rechten van dit – van oorsprong Franse – lied in Frankrijk, ook als je er een nieuwe tekst op maakt. Verder werd er besloten dat alles wat er binnenkomt gaat naar ‘Stichting Overleven met Alvleesklierkanker’ van de clubarts van Feyenoord, Casper van Eijk. Daar ben ik het van harte mee eens.
Enfin kort en goed, dit hele verhaal, lieve bezoeker van mijn website, vertel ik u als inleiding voor het feit dat ik bij deze een speciale versie van ‘Feyenoord gaat nooit verloren’ op mijn site zet. Voor zover u daar als cabaretliefhebber/Kaandorpfan in geïnteresseerd bent natuurlijk.
Er is namelijk afgelopen week voor RTV Rijnmond een documentaire over Giovanni van Bronkhorst opgenomen. Ze wilden graag dat ik het lied, mét derde couplet, voor hem inzong. Daar ben ik dan weer vereerd genoeg voor, dus dat heb ik gedaan, ergens voor dag en dauw in een RTV Rijnmond-studio in Rotterdam. Ze bij vergaten bij Rijnmond alleen voor het gemak dat er helemaal geen begeleiding voor dat couplet bestond, dus ik ben voorafgaand nogmaals een studio ingegaan. En deze keer voor een Extended Full Stadion Kuijt/Van Bronckhorst Version met behulp van ‘Japanners uit een doosje’, want tijd en geld voor echte muzikanten was er niet. Het ding is vakkundig ingespeeld door Rogier Bosman, de muzikale alleskunner van de Wëreldbänd. Deze versie is ietsje langzamer, plus een paar tonen lager, dus goed meebrulbaar. En let op het mooie eenzame accordeonnetje, overigens het enige echte instrument in deze uitvoering.
Hoe dan ook, never a dull moment. (Ik heb een heel zwaar leven.)
Uiteindelijk hoop ik natuurlijk, je bent artiest of je bent het niet, dat ik het nummer op een dag op de middenstip van De Kuip mag zingen. Als ik nou tóch bezig ben…
We gaan het allemaal zien.
Ondertussen wens ik u allen een mooie zomer en verklap ik alvast dat ik weer begonnen ben met liedjes schrijven. Ik heb er al acht.
Alle goeds,
P.S. Dit is de tekst
Feyenoord gaat nooit verloren (Op de melodie van ‘Het Dorp’)
Het is de club van Coen Moulijn
Een club zoals een club moet zijn
Je draagt hem altijd in je hart
Je leeft je hele leven mee
Met elke strijd, door elke zee
Gedeelde vreugd, gedeelde smart
Mijn club, al meer dan honderd jaar
We zijn er altijd voor elkaar
We zijn met hele legioenen
Ook als het regent dat het giet
Ook als er pijn is of verdriet
En nu zijn wij de kampioenen
Want nooit, nee nooit gaan wij verloren
Wij strijden altijd moedig voort
Die schaal, je wist het van te voren
Die schaal die is voor Feyenoord
De Kuip stroomt elke wedstrijd vol
En gaat de bal weer aan de rol
Dan zingen wij van hand in hand
Het rood en wit komt op het veld
En elke speler is een held
We zijn de beste van het land
Loop door, dan loop je nooit alleen
Je hebt je vrienden om je heen
De Maas zal altijd blijven stromen
We zijn voor niks en niemand bang
Soms duurt het kort, soms duurt het lang
Maar we zijn altijd teruggekomen
Want nooit, nee nooit gaan wij verloren
Wij strijden altijd moedig voort
Die schaal, je wist het van te voren
Die schaal die is voor Feyenoord
Nog geen minuut vanaf de fluit
Wordt er meteen gescoord door Kuijt
’t Is nummer honderd op een rij
En dat is nog maar het begin
Hij kopt er nog eens eentje in
Het kampioenschap is nabij
En dan, het laatste fluitsignaal
En Feyenoord die heeft de schaal
De Kuip staat kolkend op de banken
Heel Rotterdam brult als een beest
Van noord tot zuid daar is het feest
En kijk, Giovanni staat te janken
Want nooit, nee nooit gaan wij verloren
Wij strijden altijd moedig voort
Die schaal, je wist het van te voren
Die schaal die is voor Feyenoord